De norm EN ISO 20345 legt zowel basiseisen als aanvullende eisen aan veiligheidsschoenen voor industrieel gebruik vast. Schoenen volgens EN ISO 20345 moeten de drager beschermen tegen stoten, bekneld raken, naar beneden vallende of rollende voorwerpen, tegen het binnendringen van spitse of scherpe voorwerpen, hitte of koude en tegen hete stoffen.
Voorbeelden van de aspecten die in de norm aan de orde komen, zijn de behandeling van mechanische risico's, slipweerstand, thermische risico's en ergonomische kenmerken. Aanvullende, op afzonderlijke activiteiten betrekking hebbende normen behandelen bijvoorbeeld risico's m.b.t. elektrisch isolerende schoenen, schoenen ter bescherming tegen chemicaliën etc.
Basiseisen die in EN ISO 20345 worden beschreven, zijn onder meer:
- Hoogte van het bovendeel van de schoen
- Hielgedeelte bij laarzen
- Minimale lengte, druk- en stootbestendigheid van de neuskap
- Waterdampdoorlatendheid en waterdampgetal van het bovenmateriaal
- Dikte van de buitenzool en slijtvastheid van de buitenzool
Veiligheidsschoenen worden in verschillende beschermingsklassen ingedeeld aan de hand van de eisen waaraan ze voldoen. De veiligheidsschoenen die tot beschermingsklasse SB behoren, voldoen aan de minimale eisen volgens EN ISO 20345. Veiligheidsschoenen met aanvullende eisen worden, afhankelijk van de eigenschappen, ingedeeld in de beschermingsklassen S1 t/m S5.